UMCG gebruikt virus om niertransplantaties veiliger te maken

nieuws
Illustratie: Mohamed Hassan via Pixabay

Om infecties en orgaanafstoting te verminderen, gaat het UMCG de activiteit van een virus gebruiken om het immuunsysteem te meten bij niertransplantatiepatiënten.

Bij een transplantatie wordt het immuunsysteem van de ontvanger verminderd, om er zo voor te zorgen dat het orgaan niet wordt afgestoten. Maar teveel onderdrukking van het immuunsysteem kan echter voor infecties zorgen.

Daarom is het van belang om in kaar te brengen hoe sterk het immuunsysteem van een transplantatiepatiënt is, om zo de hoeveelheid anti-afstotingsmedicatie te bepalen. Daarvoor gaat het UMCG het zogenaamde ‘TT-virus’ gebruiken. Dit recent ontdekte virus komt bij vrijwel alle mensen voor in het bloed. Mensen worden er niet ziek van, maar het immuunsysteem pakt het virus wel aan. Het virus lijkt daarom een ideale indicator om te bepalen hoe sterk het immuunsysteem van de patiënt is.

300 niertransplantatiepatiënten uit heel Europa doen mee aan het onderzoek. Niertransplantatiepatiënten vanuit het UMCG kunnen meedoen aan deze studie, via de afdeling Medische Microbiologie en Virologie. “We kijken al langere tijd naar mogelijke toepassingen van dit virus bij transplantatie patiënten”, zo stelt UMCG-viroloog Coretta van Leer. “Dit Europese project biedt ons de kans om dit te onderzoeken.”

Het onderzoek duurt 5 jaar. In de toekomst zou het TT-virus niet alleen ontvangers van niertransplantaties kunnen helpen, maar ook patiënten met lever-, hart- en longtransplantaties. Het zou ook kunnen helpen bij de begeleiding bij auto-immuunziekten, infectieuze en oncologische ziekten.