“Grote zorgen over heropenen scholen”

nieuws
Foto: Sebastiaan Scheffer

Onder leraren zijn er grote zorgen over het mogelijk heropenen van scholen op 6 mei. Dat blijkt uit een enquête van de Algemene Onderwijsbond, AOb, die door vijfduizend leraren is ingevuld.

In Nederland zijn de scholen sinds 16 maart gesloten. De sluiting geldt in ieder geval tot 28 april, maar omdat deze datum in de meivakantie valt zouden de scholen op 6 mei weer open kunnen gaan. Volgende week dinsdag beslist het kabinet of dit ook daadwerkelijk gaat gebeuren. Veel leraren zien dat niet zitten. “Ze zien het als een experiment waarbij onze leden het proefkonijn zijn”, zegt AOb-voorzitter Eugenie Stolk in het NOS Radio 1 Journaal. “Ze maken zich daar ook boos over omdat er nog zoveel onduidelijk is.” Stolk doelt daarmee op een onderzoek van het RIVM over de verspreiding van het virus en de opbouw van groepsimmuniteit onder jongeren. De resultaten van dit onderzoek worden in de tweede helft van mei verwacht.

“Hoe leg je aan kleuters uit dat ze op 1.50 meter moeten blijven?”
In verschillende Europese landen hebben overheden afgelopen week besloten scholen weer gefaseerd te willen openen. Tijdens een persconferentie vorige week riep Mark Rutte (VVD) scholen op om na te denken hoe zij het onderwijs zouden kunnen organiseren in een anderhalvemetersamenleving. “Dat gaat een hele lastige klus worden”, zegt Stolk. “Schoolgebouwen zijn niet ingericht op het bewaren van afstand. Daarnaast zijn er veel praktische problemen zoals de looproutes, hoe het leerlingenvervoer georganiseerd moet worden en hoe je aan kleuters uit gaat leggen dat ze op anderhalvemeter van elkaar blijven.”

RIVM-richtlijnen
Scholen zijn op dit moment nog steeds open voor noodopvang. Leerlingen van wie de ouders in de vitale sectoren werken kunnen terecht op school. Uit de enquête blijkt dat nu al 63 procent van de leraren ziet dat de RIVM-richtlijnen niet nageleefd kunnen worden omdat de afstand niet in acht kan worden genomen. Daarnaast ziet men dat het aantal leerlingen dat gebruik maakt van de opvang de laatste periode ook toe neemt. In het voortgezet onderwijs en in het mbo gaat dit een stuk beter.